“Een sprong voorwaarts in communicatie met de overheid.’’ Op 19 april 2022 is de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) door de Tweede Kamer aangenomen.
Op 19 april 2022 is de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) door de Tweede Kamer aangenomen. Op dit moment worden er in gemeenten, provincies en bij waterschappen een aantal pilots gedraaid om te bekijken wat er nodig is voor implementatie van de wet. Naar verwachting zal de wet vervolgens op 1 januari 2023 in werking treden. Roel van der Vliet, Interim Professional Legal bij Vanberkel Professionals, zet in zijn blog uiteen wat de belangrijkste veranderingen zijn.
Sinds 2004 hebben zich ongelooflijk veel technologische ontwikkelingen voorgedaan. Door al deze technieken is het makkelijker dan ooit om te communiceren met andere mensen en dus ook, zou men kunnen denken, met de overheid. Echter, de regels omtrent communicatie met de overheid zijn vastgelegd in een wet die in werking is getreden in de tijd dat het internet nog in de kinderschoenen stond: de Algemene wet bestuursrecht. De regels, en daarmee de communicatiemogelijkheden met de overheid, zijn inmiddels enigszins verouderd.
Tegenwoordig gaat een groot deel van alle communicatie elektronisch, maar toch is het nog geen recht om elektronisch met de overheid te communiceren. Hierdoor is men soms nog steeds verplicht om fysiek op te komen dagen bij een bestuursorgaan of om formulieren in te vullen en deze op te sturen. Met alle elektronische middelen die wij tegenwoordig tot onze beschikking hebben, zou dat toch een stuk makkelijker moeten kunnen. De WMEBV beoogt de wettelijke bepalingen met betrekking tot deze communicatie dan ook te moderniseren. Niet alleen wordt er een inhaalslag gemaakt, er wordt ook geprobeerd de bepalingen toekomstbestendig te maken. Het wetsvoorstel anticipeert op de komende ontwikkelingen door in de wettekst functionele bepalingen te gebruiken die zo techniekonafhankelijk mogelijk zijn. Zo wordt er bijvoorbeeld gebruikgemaakt van de functionele bepaling ‘elektronisch berichtenverkeer’ in plaats van meer specifiek ‘e-mails’ of ‘WhatsApp berichten’.
De voornoemde inhaalslag in communicatie met de overheid wordt gemaakt door van elektronische communicatie een recht te maken voor burgers en ook door de rechtspositie van burgers te verbeteren wat betreft elektronische communicatie. Burgers krijgen door de wetswijziging het recht om officiële berichten, zoals bezwaarschriften of aanvragen voor vergunningen, elektronisch aan het bestuursorgaan te verzenden. In sommige gevallen was dit al mogelijk maar vaak bestond deze mogelijkheid alleen als dit het bestuursorgaan goed uitkwam. Ook komt er een zorgplicht voor de overheid. Een bestuursorgaan is na de wetswijziging verplicht om ervoor te zorgen dat er passende ondersteuning beschikbaar is voor de burger. Met ‘passend’ wordt hier bedoeld dat het afgestemd is op de doelgroep. Dat kan dus algemeen zijn, zoals uitleg op een website, maar het kan ook persoonlijk zijn, zoals aan een balie of aan de telefoon. Niet onbelangrijk is dat het recht om via de post te communiceren ook behouden blijft voor degene die geen gebruik willen of kunnen maken van een computer en/of mobiele telefoon. Er ontstaat nu dus een keuzemogelijkheid voor de burger, waardoor iedereen kan communiceren met de overheid op de manier waar hij of zij de voorkeur aangeeft.
De belangrijkste wijzigingen zijn te verdelen in twee groepen.
Berichten áán de overheid:
- Hoewel het verplicht wordt voor een bestuursorganen om een elektronische wijze van communicatie open te stellen, is het aan het bestuursorgaan zelf om te bepalen op welke wijze dit wordt ingevuld. Er zou bijvoorbeeld gekozen kunnen worden voor e-mail, webformulier en/of uploaden;
- Het bestuursorgaan is verplicht een (digitale) ontvangstbevestiging (en dus bewijs van verzenden) te versturen;
- De burger krijgt een recht op (digitaal) afschrift van ingevoerde gegevens. Dit is handig voor de burger om na te gaan wat hij of zij precies heeft ingevuld;
- Er komt een verbod op het afdwingen van onnodige gegevens in een webformulier. Voor papieren formulieren gold al dat een niet ingevulde vraag waarvan het antwoord niet nodig is voor het gevraagde besluit, de aanvrager niet wordt tegengeworpen. Echter, het kan bij elektronische formulieren zo zijn dat de verzending wordt geblokkeerd als dit soort vragen niet worden ingevuld. De papieren en digitale weg worden hier dus gelijkgesteld.
Berichten van de overheid in een berichtenbox:
- Verplichte notificatie bij plaatsing van een bericht in de ‘berichtenbox’. Daarnaast moet de notificatie de reactietermijn en informatie over de aard en de rechtsgevolgen van het bericht vermelden;
- Het bestuursorgaan is verplicht om op een andere manier contact op te nemen met de burger als blijkt dat de notificaties niet aankomen;
- De bewijslast rond de ontvangst van het bericht ligt bij het bestuursorgaan en de burger krijgt recht op afschrift loggegevens. Met deze loggegevens zou de burger kunnen bewijzen dat iets wel of niet is verstuurd.
Met al deze wijzigingen kan er zeker geconcludeerd worden dat de overheid een flinke sprong voorwaarts maakt in elektronische communicatie en daarmee ook in de digitalisering. Contact met de overheid vergemakkelijkt voor burgers en daarbij krijgen zij ook meer rechten. Echter, met deze digitalisering komen ook risico’s, bijvoorbeeld cyberaanvallen, hacks, en datalekken. Een nieuwe technologie die zou kunnen helpen bij het beveiligen van al deze digitale informatie. Hier vertel ik graag meer over in mijn volgende blog!
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.